Ierland staat dichtbij het hart en de geschiedenis van de Gemeenschap vanaf de allereerste pionierstijd: Andy Raine, John en Linda Skinner staken over met als reisdoel Clonfert, om samen te zijn met Michael en Annette Cullen; de reis langs de Keltische Boog van Ierland naar Turkije; het bidden voor en ondersteunen van Roddy en Berni en hun gezin en hun visie voor Christ’s House in Athy; de pelgrimstocht van de Shannonboot, waarop twee keer een bemanning in gebed naar het hart van Ierland trok; tot aan de Reisgenoten en Vrienden van vandaag die op reis zijn vanwege hun liefde voor God en voor Ierland.
We hebben jarenlang gebeden; pelgrimstochten gemaakt en bezoeken afgelegd. We hebben mensen verwelkomd vanuit Ierland. En nu zien we een eerste begin, het tevoorschijn komen en de groei van de Northumbria Gemeenschap in Ierland.
Onderstaand verslag van één van de meest recente reizen geeft een doorkijkje naar het belang van Ierland voor individuele Reisgenoten en voor de Gemeenschap als geheel. Dit verslag is geschreven door Roy Searle. Het beschrijft een reis van verschillende Reisgenoten van de Gemeenschap, gemaakt in januari 2003. Het geeft iets weer van het belang dat deze plaats heeft voor het leven en het besef van de Gemeenschap. Het is een erg lang verslag; een van ons zal proberen het in te korten en te redigeren – ooit! Nu is het hier in zijn geheel:
Aan allen die ons hebben gesteund in gebed en voorbede in de afgelopen week: heel hartelijk dank! Bij verschillende gelegenheden in het verleden heb ik ervaren dat ik werd gedragen en op de been gehouden doordat er mensen voor me baden en dat was in de afgelopen week zeker het geval. Het was een heel bijzondere ervaring die veel betekenis had voor mijzelf en, denk ik, voor de reis van de Gemeenschap en zijn contacten met Ierland.
Het is niet gemakkelijk om een verslag te maken van de gebeurtenissen van de afgelopen week en om het belang ervan te beschrijven. Er is tijd nodig om alles te verwerken en om de ervaring in gebed te doorleven. Maar het is belangrijk om sommige dingen door te geven en om onze dank uit te spreken voor jullie steun; daarom hier een eerste poging.
Toen we per veerboot aankwamen in Belfast zagen we een fantastische zonsondergang boven de haven: het silhouet van een kraan boven de werf leek op een kruis dat uittorende boven de stad, een symbool dat in ons bewustzijn steeds aanwezig was gedurende de hele gebedsweek. Stephen, een echte maat van me, en een Vriend van de Gemeenschap, zette ons een heerlijke maaltijd voor in zijn huis in Stormont. Het was goed om een paar uur bij elkaar te zijn, hij, Ken en Claire en hun kinderen, en Danny en Sian, voordat we met een taxi door Oost Belfast reden, naar onze gastheren van de kerk waar ons verblijf zou zijn.
Tegen onze gewoonte in gingen we naar één van de grootste kerken van Noord- Ierland, en ook van heel Groot- Brittannië; de energie, de passie, het enthousiasme en de liefde voor God waren hartverwarmend. Veel mensen waren gevormd en opgegroeid in strenge kerken, waar ze onder druk hadden gestaan; het was niet moeilijk om te zien dat charismatische vernieuwing leven en vrijheid hadden gegeven aan honderden die deel uitmaakten van deze kerk.
Het was een voorrecht om deel te zijn van een kerk die doorging met het nemen van risico’s, die fouten durfde te maken, en die daar open over was. een gemeenschap die zich had toegewijd om mensen te bereiken buiten de muren van de kerk, hen die buiten het geloof leven. Ze maakten al even veel ernst met hun verlangen om het Koninkrijk van God duidelijk gestalte te geven overal in de stad, de natie en verder. Hun ruimhartigheid bij het ondersteunen van allerlei mensen en van allerlei initiatieven overal ter wereld was hartverwarmend. Het was ook bijzonder dat een protestantse, charismatische, evangelische kerk serieus contact zocht met andere gelovigen, hen de hand reikte en samenwerkte over kerkgrenzen heen, en daarbij ook Rooms-katholieken betrok. Hun leider nam een risico toen hij mij uitnodigde, een voor hem totaal onbekende, om hen voor te gaan in de Week van Bidden en Vasten, maar zo is hij. Wij, zijn vrouw en de rest van de staf, vonden goede aansluiting bij elkaar in de tijd die we met elkaar doorbrachten.
Er waren de onvermijdelijke vragen en bezorgdheid: wie was ik en wat was de Northumbria Gemeenschap? Wat was ik aan het doen? Waar gaat het om in al die verschillende manieren van bidden, het leiden van diensten, onderwijs geven en omgaan met elkaar, gegeven het feit dat deze manieren zeker geen deel uitmaken van de normale gang van zaken in de kerk. En toch, ik denk dat het een goed teken is, iets dat ingaat tegen de cultuur van vele kerken en gemeenschappen, om bereid te zijn om ruimer te denken dan de vaste kaders; dat deed deze kerk toen ze alles wat ik kon geven en delen in vier dagen, verwelkomde, ontving en er op reageerde.
Het was verbazingwekkend om te zien hoe de levensstijl van de Gemeenschap een substantiële bijdrage leverde in die week, doordat mensen zich openstelden voor een nieuwe, of een duidelijk andere manier om in contact te komen met God, met anderen en met elkaar.
Ierland is een land van verhalen. Het was een fascinerende drijvende kracht tijdens mijn verblijf daar, dat ik, afkomstig uit Northumbria, bij veel mensen de verhalen terug kon brengen, en het vermogen om levens en situaties te veranderen door de kracht van het vertellen.
Het Woord van God staat in hoog aanzien in veel kerken overal in het land; verhalen en de kracht ervan zitten vaak gekooid in de gevangenissen van hun godsdienstige en gewijde manier van denken.
Wat mijzelf betreft – deze ervaring heeft mij een diepgaande bevestiging gegeven van wat ik in alle voorzichtigheid mijn ‘apostolische’ roeping noem: leven en hoop brengen in levens van mensen en in de kerk. Het was overigens geen eenrichtingsverkeer, waarbij ik alleen mijn ervaringen deelde. Ik kwam terug uit Ierland, rijker geworden door alles wat ik had geleerd en meegemaakt bij de mensen, de plaatsen en de situaties die ik was tegengekomen.
Mijn gastheren en de kerk legden me geen enkele verplichting op om mee te doen met het vasten, maar ik vond dat mijn integriteit het wel van me vroeg. De ervaring van het vasten maakte mijn honger naar God groter en het maakte me meer bewust van wat er speelde in mijn eigen leven en ook in dat van anderen. Ik ben een ‘ochtendmens’ ; dus het was, vergeleken met sommige anderen van het team, niet zo indrukwekkend dat ik me hield aan de discipline die voorschreef dat ik elke dag om 7 uur opstond om een Gebedsbijeenkomst te leiden.
Voor mij was de grootste uitdaging het leiden van de samenkomst vroeg in de middag. Daar kwamen, net als in de avondsamenkomsten, enkele honderden mensen bij elkaar; sommigen kwamen op elke samenkomst om te bidden, de Heer te zoeken en Hem te prijzen.
De Heilige Geest was vriendelijk, en soms heel krachtig, aan het werk in de samenkomsten. Het was een voorrecht om deel te mogen zijn van iets dat soms erg profetisch aanvoelde. Bijvoorbeeld op een donderdag: we baden voor Noord- Ierland en de kerk en ik had een prachtige groene vaas in de hand, terwijl ik Johannes 17 las, het gedeelte waar Jezus bidt voor de eenheid van zijn mensen. Toen ik aan het slot was gekomen smeet ik de vaas op de vloer, waar hij in vele stukjes uiteenviel. We riepen het uit tot God, om vergeving voor de stammenmentaliteit, het sektarisme, de angst, de vooroordelen, het gebrek aan vergevingsgezindheid, de onwetendheid, het onbegrip, het onrecht, de bitterheid en het fanatisme. Ik geloof dat er op dat moment echt genade en barmhartigheid zijn gezaaid in de harten van boetvaardige en vernieuwde mensen.
Zeker is dat het beeld van mensen die uit zichzelf naar voren kwamen en, huilend en biddend tot de Heer, de scherven opraapten, een diepe indruk bij mij heeft achtergelaten, in mijn hart en geest.
Ik heb verschillende slachtoffers ontmoet van het geweld dat de mensen van Noord-Ierland zo heeft achtervolgd en verwond in die heel lange periode van de onlusten. Weduwen, ouders en kinderen, die hun geliefden hebben verloren; anderen dragen de littekens in hun lichaam en geest; alles als gevolg van terrorisme en represailles.
Ik ontmoette ook voortrekkers die manieren zochten om iets te betekenen voor de cultuur van hun land. Ze ontplooiden initiatieven die lieten zien hoe God zijn nieuwe verhaal schrijft in de geschiedenis van Ierland. Ik ontmoette jonge mensen, heel veel, met waarden en visie die hen in staat stellen bij te dragen aan een betere toekomst en vorm te geven aan de vernieuwing van de kerk in hun land.
Ik bracht, afgezien van de gebedsbijeenkomsten, de meeste tijd alleen door. Ik maakte geregeld een rondwandeling door de straten van Belfast en ging dan in gesprek met de mensen die God op mijn pad bracht, of ik bleef wandelen in stilte. Het deed me wat, dat ik vrij en ongestoord kon wandelen door het centrum van de stad, waar nog niet zo lang geleden op elke straathoek draaihekken en controleposten stonden. Het vredesproces is kwetsbaar, maar de vruchten ervan zijn tastbaar aanwezig in een stad waar warme gastvrijheid de strijd aangaat met de dreiging van geweld en onrust.
Ik mocht tijd doorbrengen met Ken en Claire in hun huis Lower Ormeau. Ik mocht David ontmoeten in zijn huis op de universiteit en delen in de ervaringen die hij heeft opgedaan tijdens zijn sabbatsjaar in Nepal en Praag. Ik ontmoette twee vrouwen die jaren eerder in Nether Springs waren geweest, tijdens het weekend dat Michael Cullen ons moederhuis voor het eerst bezocht. Hun verblijf in Northumbria was een keerpunt geworden op hun spirituele reis. Datzelfde was het geval bij Freddie na zijn tijd bij Trevor en mij op Mainstream. Het was geweldig hem te horen zeggen: ‘Herinner je me nog?’ Als je Freddie één keer hebt ontmoet, dan vergeet je hem nooit meer.
De vreugde, en soms ook de druk, van het reizen geeft je een nieuw perspectief op je eigen leven en omstandigheden; ik ben God diep dankbaar voor de inzichten die ik heb mogen verzamelen tijdens mijn reizen en bidden, mijn gesprekken en overwegingen. Ze hebben licht gegeven op het pad van mijzelf en van de Gemeenschap in deze overgangsperiode.
Woensdag vertrok ik uit de cultuur van stad en markt van de kerk van Belfast naar de rustiger levensstijl van woestijn en stilte van Downpatrick. Ik ontmoette Henry weer. Ik had hem leren kennen bij Spring Harvest en hij had me uitgenodigd om naar Saul te komen, de plaats waar de eerste kerk van St. Patrick werd gebouwd. Het was echt een ontmoeting van hart tot hart zoals we met elkaar spraken en ervaringen deelden, met Pat, zijn kapelaan en daarna ook met zijn gezin, samen aan tafel. Het was een vreugde om bij hen mijn periode van vasten te beëindigen. Henry deelde met mij een Bijbelvers dat hij had ontvangen toen hij bad en peinsde over de taak die hij had als pastor in de parochies van Downpatrick, Saul en Inch. Kende ik Jesaja 58? Van binnen moest ik wel grinniken en tegelijkertijd huiveren. Hij sprak de mij zo bekende woorden, vers 12 van Jesaja 58:
Je eigen mensen zullen weer opbouwen wat al eeuwenlang verwoest ligt; fundamenten, door vroegere generaties gelegd, zullen weer worden hersteld. Dan zal men je noemen ‘Hersteller van muren’, ‘Herbouwer van straten’.
(De bijbeltekst is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007)
We gingen dan ook vol verwachting naar Saul, een achterafgelegen plaatsje. Daar ontmoetten wij de andere leden van het team van de Gemeenschap en nog enkele mensen uit de streek die Henry had uitgenodigd. Avondgebed, voorbede, gesprekken volgden elkaar op; we zaten rondom het open vuur in het gebouw dat staat op van oudsher gewijde grond. We ontmoetten elkaar opnieuw. We kregen de indruk dat sommigen van ons vrienden en partners zouden worden, door de manier waarop ons gebed werd geleid en door wat God ons liet zien: een verbroken altaar van gebed en zending in Ierland; tot onze Gemeenschap kwam de vraag om daaraan een bijdrage te leveren.
Na de bijeenkomst reisde ik naar het zuiden, naar Kikeel. Ik luisterde naar de ervaringen van Rosie van het afgelopen jaar, die gekenmerkt werden door erg veel pijn, conflict en druk. Ze is uitgeput door de last van een profetisch hart en de roeping om het verschil te maken, zozeer dat ze serieus nadenkt over wat de toekomst haar en haar werk te bieden heeft. Ik besefte weer de vitale rol die we spelen in de levens van deze mensen door de gebeden die we voor hen opzenden en voor hun land en volk. Gedurende de hele reis in Belfast en in County Down hebben ik en ook mijn Reisgenoten steeds opnieuw gemerkt dat we een groep van bidders en luisteraars moesten zijn voor de mensen die op ons pad kwamen, en naar Fathorn Cottage, voor gelovigen en voor ongelovigen. We moesten een veilige haven bieden, relaties aangaan, steun bieden, bescheiden zijn en luisteren met ons oor en ons hart; dat is de roeping waaraan we als Gemeenschap kunnen beantwoorden.
We waren op tijd terug in Belfast om nog een rondrit te kunnen maken, bedoeld voor hen die nooit eerder in de wijken van de stad waren geweest die zo lang door geweld waren overheerst. We reden door Oost en West Belfast, de Falls, het gebied van Shankil Road, en we baden en vroegen om een zegen; we waren er niet als toeristen, maar als pelgrims op een gebedsmissie.
In het besef dat we bevoorrechte mensen waren, omdat we betrokken mochten zijn bij het bidden voor en met de mensen van Ierland, keerden we terug naar Schotland, per veerboot, op weg naar huis. Vermoeid, maar niet zonder kracht, uitgeput, maar vol goede moed, zo keken we terug op een ervaring die heel veel betekenis heeft.
Een laatste herinnering blijft me intrigeren. Men spreekt wel over mij als één van de gezichten van de Gemeenschap (we zijn een lelijke Gemeenschap). Mijn leven en mijn werk stellen me inderdaad vaak in de gelegenheid om uitleg te geven over het werk en het leven van de Gemeenschap. Afgelopen zomer gaf ik een aantal lezingen op een conferentie; ik heb toen aarzelend ingestemd met een interview voor een radiostation. Toen we in Saul ware, hoorden we dat de radio-uitzending van dat interview plaatsvond gedurende de week dat we in Ierland waren. Het laatste deel van het interview werd uitgezonden toen we wegvoeren uit Belfast. Dat leek ons betekenisvol en de timing van deze uitzending leek door God geleid.
Noord én Zuid-Ierland zijn mij en Shirley dierbaar. Ook voor mensen als Gordon en Margaret en anderen is dit een plaats van betekenis geworden, waarheen we moeten terugkeren. Het heeft een eigen plaats in de geschiedenis van de Gemeenschap en is deel van zijn toekomst. Op het moment dat ik dit schrijf pas ik mijn agenda aan en maak ik ruimte om te kunnen terugkeren. Ik houd jullie op de hoogte.
Er is een groeiend besef dat er een diepere toewijding nodig is en dat we meer klaar moeten staan om in te kunnen gaan op de uitdagingen, kansen en mogelijkheden. Bid voor ons dat wij, te midden van onze andere roepingen en verantwoordelijkheden, ontvankelijk mogen zijn voor de wil van God in deze.
Volhard in het gebed voor Ierland. Met de woorden van Mary McAleese, voormalig president van Ierland:
‘Vandaag koesteren we opnieuw de diepe wortels van de ethiek van gulheid, vergevingsgezindheid en liefde en kijken we uit naar redding van de naam Ierland. Als het verleden tot ons spreekt dan durven we hoop te hebben dat het de stem zal zijn van dat andere verleden; het verleden van vóór de tijd dat een verstikkende deken van haat en strijd de harten verhardde. Eens, anderhalf millennium geleden, kwam hier een slaaf aam die een nieuwe, vreemde godsdienst bracht. Vandaag is hij beter bekend als St. Patrick, de alom vereerde heilige. Hij leerde ons bidden, maar zijn grootste wens voor Ierland was dat we gewoon zouden leren elkaar lief te hebben. We hopen dat we zeer binnenkort in de wereld bekend zullen staan om onze liefde.’
En met de woorden van een andere heilige, St. Columba, zoals geciteerd in ons Avondgebed:
‘Zorg ervoor dat jullie onderling de vrede bewaren, mijn kinderen, en heb elkaar lief.’
Nogmaals hartelijk dank voor jullie steun. We stellen het bijzonder op prijs.
Roy, namens het hele team van de Northumbria Gemeenschap van de reis naar Noord-Ierland. Januari 2003